Romeinse muurschilderingen in Nederland

Aankondiging en verslag van de lezing gegeven door dr L. Megens (onderzoeker bij het Instituut Nederland) op het Kleurhistorisch platform van 8 oktober 2009. Klik hier http://wp.me/pLSqf-Vr  voor het volledige programma Materiaaltechnisch onderzoek, in raakvlak met archeologie en  monumentenzorg’.
 

Aankondiging

De Romeinen brachten naast vele andere culturele veranderingen de gewoonte met zich mee om het interieur van woningen en publieke gebouwen te pleisteren en te beschilderen. Op vele plaatsen in Nederland zijn bij opgravingen fragmenten beschilderd pleisterwerk gevonden, en in enkele gevallen nog muurschilderingen in situ. In de meeste gevallen tonen de vondsten vrij eenvoudige decoraties, maar soms, zoals in de villa’s van Maasbracht en Kerkrade, bestond een deel van de decoratie uit figuratieve schilderingen.

Voor een aantal sites is onderzoek gedaan naar de in de muurschilderingen gebruikte materialen en schildertechnieken met behulp van de non-destructieve analysetechniek röntgenfluorescentie-spectroscopie en microscopisch en microchemisch onderzoek van kleine monsters van de verf- en onderliggende lagen. Daarnaast geven ook de Romeinse schrijvers Vitruvius en Plinius de Oudere veel informatie over schildermaterialen en -technieken.

 
Verslag door P. Kisner
 
In 2007 publiceerde Megens over de gebruikte materialen voor in Nederland. In tegenstelling tot andere Europese landen is er in Nederland niet veel onderzoek naar gedaan. In 1955 publiceerde Bogaers enkele chemische analyses van muurschildering fragmenten uit de tempel van Elst.

Op een kaart van Zuid- en Midden-Nederland toonde Megens de locaties van vindplaatsen van Romeinse muurschilderingen. De ongeveer 50 aangegeven stipjes op de kaart laten zien dat deze zich vooral rond de Nederlandse rivieren bevonden in Midden-Nederland en langs de Maas.

Het ging daarbij om fragmenten van schilderingen die vaak vrij simpel van opzet waren, maar ook enkele figuratieve afbeeldingen. Megens beschrijft enkele voorbeelden van vindplaatsen, waaronder de Tempel van Elst, Josephhof bij Nijmegen en vindplaatsen in Heerlen en Maasbracht. Een overzicht werd getoond met daarop site, type (bijvoorbeeld tempel of castellum) en datering. De datering wordt voornamelijk gebaseerd op basis van de archeologische context en dus niet zozeer de schildertechniek.

Megens lichtte enkele onderzoeksmethoden en –apparatuur toe. Een non-destructieve analyse kan worden uitgevoerd door middel van de Röntgen fluorescentie (XRF) om elementen waar te nemen. Dit kan binnen een minuut. Een nadeel is dat gegevens over de laagopbouw niet duidelijk worden weergegeven. Optische microscopie van verfdwarsdoorsneden kunnen daar meer inzicht in geven. Een elektronenmicroscoop met röntgenanalyse richt zich op klein een deel van de verflaag.

De historische geschreven bronnen voor het onderzoeken van zijn onder andere de werken van Theopratus, Vitruvius, Discurides en Plinius Major.

Megens toonde een overzicht van pigmenten en hun samenstelling, die werden aangetroffen op Romeinse muurschilderingen. Deze gegevens zijn gebaseerd op onderzoeken op verschillende vindplaatsen.

De chemische samenstelling van de aardpigmenten verschilt per vindplaats.

  • Rood: Natuurlijk: Rode oker, vermiljoen. Kunstmatig: gebrande oker, loodmenie
  • Groen: Naast groenaarde werd Malachiet gebruikt of Egyptisch blauw met wouw. Het blad en de stengel van de wouw leveren een gele kleurstof. Niet alle groene aarde is goed bruikbaar voor de schilder.
  • Blauw: Egyptisch blauw, azuriet, indigo. Egyptisch blauw werd vaak in Nederland aangetroffen, azuriet echter zelden.
  • Wit: Krijt, kaolien, Loodwit. Loodwit reageert met kalk en fosfaat tot een loodcalcium fosfaat.
  • Zwart: Koolstof zwart
  • Geel: gele oker

Naar aanleiding van microscopisch onderzoek van de verflagen bleek, ondanks de geschreven adviezen van Vitruvius, dat er vaak werd gekozen voor een secco techniek in plaats van een frescotechniek, en in een enkel geval een combinatie van fresco – en secco technieken. Ook dit werd afgelezen aan de hand van microscopisch onderzoek: de verf is als een laagje aan het oppervlak waar te nemen, en zijn niet doorgedrongen in de pleisterlaag.

Vragen uit de zaal:

Vraag: Werd er een was gebruikt? Antwoord: Dit werd wel omschreven door Vitruvius, maar werd in Nederland nooit aangetroffen/aangebracht op Romeinse muurschilderingen.

 

achtergrondinformatie

online fragementen bij RMO http://www.rmo.nl/collectie/zoeken?Objectnaam=muurschildering&p=1

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *