Wat versta JIJ onder een virtueel museum? samenvatting

Wat versta JIJ onder een virtueel museum?” vroeg ik in mijn eerste blogpost.

Er is door verschillende mensen op gereageerd. Grofweg waren de antwoorden in drie categorieën in te delen.

–          De eerste manier van benaderen is het virtuele museum als vervanging van of aanvulling op het fysieke gebouw. Wat bijvoorbeeld als een beheerder eigenlijk helemaal geen gebouw heeft (aldus Tinie Kerseboom, Inge Specht en Gaby Verdouw)). Of kan tentoonstelling op het web dienen als een  “tentoonstelling gemist” (Judith Faber) of als extra illustratie en extra informatie (vooraf) van de tentoonstelling (Tjarda Arendz).

–          De tweede zienswijze ging in op de mogelijkheid voor bezoekers om nieuwe (eigen) content toe te voegen en gebruik maken van de interactie mogelijkheid en zo de participatie van de bezoeker te vergroten (Boudewijn van den Berg).

–          Een derde manier van denken ging vooral over de compleet andere ervaring die de virtuele aanwezigheid mogelijk maakt. Het ervaren van het fysieke gebouw met de fysieke objecten moet je niet willen nabootsen op het beeldscherm, daarvoor is die ervaring te uniek. Maak juist gebruik van de speciale eigenschappen van de virtuele wereld (andere contexten en verbindingen aanbrengen) om tot een heel nieuwe “meaningful experience” te komen (Hans Baerveldt, Hans Schraven).

Chantal de Reijke bevestigde het feit dat eigenlijk alles onder virtueel museum valt. Lars Leonardo gaf aan dat de mogelijkheid tot contemplatie in het fysieke museum niet zal worden geëvenaard in het virtuele.

Kijk eens op de website van Nationaal Historisch Museum http://www.innl.nl/ en de Mattress Factory http://www.mattress.org/ met de gezichtspunten van hierboven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *